Naïeve schilders zien ons land van W.A. Braasem is het boek wat mij heel veel heeft beziggehouden en op verschillende manieren. Ik heb het in de boekwinkel op Schiermonnikoog gekocht, het trok me aan en stootte me af omdat ik toen dacht “zo schilder ik ook en daar wil ik niet bij horen”. Toen ben ik de portretten in het boek beter gaan bekijken en is die gedachte vrijwel meteen verdwenen, ik vond het juist super goed en hoe heerlijk zou het zijn als ik ook gewoon ging schilderen zoals ik het leuk vind.

Jaren later schilderde ik In het rijke huis I, een omgevingsportret van mezelf in mijn huis met doorkijkjes naar buiten. Ton Kooremans, de toenmalige docent van de schilderclub waar ik op dinsdagavond aan dit werk schilderde, vond dat gepriegel wel leuk. Hij nam ook zijn eigen schetsboeken en wat kleinere werken mee om aan de club te laten zien en dat sterkte me om net zo lang door te gaan met dit werk totdat elk detail erop zou staan.

Het is helemaal uit mijn hoofd geschilderd, die voorwaarde had ik mijzelf gesteld omdat ik in die tijd soms helemaal gek werd van alle spullen in huis, tegelijkertijd had ik daar nogal een eigen bijdrage in en hield ik ook heel erg van al die boeken, kastjes met papieren, zwervende kranten, een vol aanrecht, prulletjes op de piano, te veel meubels en die lieve Sjefke (het hondje linksonder). Een oefening om me niks aan te trekken van of het lijkt of hoe een huis eruit zou moeten zien.

In het rijke huis is een serie geworden van in totaal vier schilderijen.

Bekijk hier het laatste werk Hij moet even wandelen